Leesverslag
Een leesverslag bestaat uit de volgende onderdelen:
A Omslag:
- Titel
van het boek
- Naam
van de schrijver
- Naam
van de uitgeverij
- Je
eigen naam, klas en datum
B Samenvatting van de inhoud:
Je
vertelt wat er in het boek gebeurt.
Je beschrijft alleen de belangrijkste
gebeurtenissen.
Die schrijf je zo op dat iemand die het boek niet heeft
gelezen, toch begrijpt wat er in gebeurt.
C Eigen mening:
Je
vertelt in het kort wat je van het boek vindt. Bij het geven van je mening kun
je de volgende lijst gebruiken:
Spannend - saai
Echt - onecht
Grappig - droevig
Begrijpelijk - ingewikkeld
Laat me meeleven - doet
me niets
Moeilijk - makkelijk
Kinderachtig - voor mijn leeftijd
Boeiend - niet boeiend
Kan ik me voorstellen - kan ik me niet voorstellen
Vlot verteld - langdradig
Ik herken wat in de gebeurtenissen - ik herken er niets in
Ik herken wat in de personen - ik
herken niets in de personen
Je
legt ook uit waarom je bepaalde woorden uit bovenstaande lijst gekozen hebt.
D Verwerkingsopdracht:
Verplicht
1.
Zoek naar informatie over de schrijver/schrijfster
van het boek.
Schrijf een stuk tekst met informatie over
de schrijver/schrijfster.
(welke boeken voor welke
leeftijdscategorie,
welke prijzen heeft de schrijver ontvangen,
hoe komt de
schrijver aan zijn ideeën,
vertel iets over zijn privé leven).
Minimaal een ½
pagina.
Keuze
2.
Kies 1 opdracht uit de volgende lijst.
-
Ontwerp een nieuwe omslag voor het boek.
-
Schrijf een reclametekst voor het boek, zodanig dat klasgenoten
nieuwsgierig worden naar het
boek.
-
Schrijf een brief naar de hoofdpersoon van het boek.
-
Ontwerp een poster voor het boek.
-
Schrijf een recensie over het boek. Een recensie is een geschreven tekst waarin je je mening over het boek vertelt.
-
Houd een presentatie over het boek.
-
Maak een strip van een gedeelte van het boek.
-
Schrijf een krantenbericht van een deel van het verhaal.
-
Schrijf een ander slot (1 hoofdstuk) aan het verhaal.
-
Schrijf een tekst voor een jeugdblad met als titel: “Ik was te gast bij…..” (een van de hoofdpersonen uit het boek).
-
Zoek een songtekst die goed bij het verhaal past en typ deze over.
Vertel ook waarom je deze songtekst hebt
gekozen.
-
Aan het eind van het verhaal, schrijft de hoofdpersoon 2 bladzijden in zijn/haar dagboek. Daarin kijkt die persoon terug
op wat er is gebeurd.
Doe alsof jij de hoofdpersoon uit het boek
bent en schrijf die 2 bladzijden.
-
In het boek komen personen voor. Hoe stel jij je die voor?
Teken de 4 belangrijkste personen uit het
boek en stel ze voor door hun naam erbij te zetten.
-
Zou jij hetzelfde gedaan hebben als de hoofdpersoon?
Schrijf een stuk tekst waarin je vertelt wat
jij gedaan zou hebben.
-
Zoek naar informatie over de schrijver/schrijfster van het boek.
Schrijf een stuk tekst met informatie over de
schrijver/schrijfster.
Aandachtspunten:
1. Lever
de opdrachten netjes in een mapje/snelhechter in.
2. Denk
ook aan inhoudsopgave en bronnen.
Het overzicht van de bronnen komt aan het
eind. Je vermeldt niet alleen de bronnen, maar ook welke informatie je
bij deze bron gevonden hebt.
3, Je typt
de tekst in Times New Roman, lettergrootte 12.
4. Je naam, klas en
datum plaats je rechts onderaan de voorkant.
Beoordeling
boekverslag:
Omslag: + = 1 punt, ± = 0,5 punt
Samenvatting: ++ = 2 punt, + = 1 punt, ± = 0,5
punt
Eigen
mening: + = 1 punt, ± = 0,5 punt
Verwerkingsopdracht
schrijver + 1 punt ± = 0,5 punt
Verwerkingsopdracht:
2 + 1 punt ± = 0,5 punt
Werkverzorging: + = 1 punt, ± = 0,5 punt
Nederlandse
taal: + = 1 punt, ± = 0,5 punt
Totaal
te verdienen 8 punten, begincijfer bij inlevering = 2